polariseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  polariseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·la·ri·seert

Werkwoord

vervoeging van
polariseren

polariseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polariseren
    • Jij polariseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polariseren
    • Hij polariseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van polariseren
    • Polariseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord polariseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.