poleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- po·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
poleren |
poleerde
- enkelvoud verleden tijd van poleren
- Ik poleerde.
- Jij poleerde.
- Hij, zij, het poleerde.
- Ik poleerde.
Gangbaarheid
- Het woord poleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.