polste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: polste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- polsĀ·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
polsen |
polste
- enkelvoud verleden tijd van polsen
- Ik polste.
- Jij polste.
- Hij, zij, het polste.
- Ik polste.
Gangbaarheid
- Het woord polste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.