poseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·seer

Werkwoord

vervoeging van
poseren

poseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poseren
    • Ik poseer. 
  2. gebiedende wijs van poseren
    • Poseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poseren
    • Poseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord poseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poseer
poseía
poseído
volledig

Werkwoord

poseer

Woordafbreking
  • po·se·er
  • overgankelijk
  1. bezitten
  2. beheersen
Synoniemen

[2] dominar

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.