praalden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  praalden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • praal·den

Werkwoord

vervoeging van
pralen

praalden

  1. meervoud verleden tijd van pralen
    • Wij praalden. 
    • Jullie praalden. 
    • Zij praalden. 

Gangbaarheid

  • Het woord praalden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.