prakkiseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prakkiseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prak·ki·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prakkiseren |
prakkiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prakkiseren
- Ik prakkiseer.
- gebiedende wijs van prakkiseren
- Prakkiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prakkiseren
- Prakkiseer je?
Gangbaarheid
- Het woord prakkiseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.