prankte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prankte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prank·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pranken |
prankte
- enkelvoud verleden tijd van pranken
- Ik prankte.
- Jij prankte.
- Hij, zij, het prankte.
- Ik prankte.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.