pratend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pratend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpratənt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pra·tend
Woordherkomst en -opbouw
  •  praten ww  met de uitgang -d

Werkwoord

vervoeging van: praten
verbogen vorm: pratende

pratend

  1. onvoltooid deelwoord van praten
  2. attributief gebruikt
    • In het café stonden druk gebarende, luid pratende jongemannen en vrouwen. 
    • Overal stonden groepjes pratende mensen. 
  3. bijwoordelijk gebruikt
    • Ik vind dat ik goed gehandeld heb, door het pratend op te lossen. 
    • We brachten enige tijd rustig pratend in zijn kamer door. 

Gangbaarheid

  • Het woord pratend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.