prediceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prediceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·di·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
prediceren

prediceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van prediceren
    • Ik prediceerde. 
    • Jij prediceerde. 
    • Hij, zij, het prediceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord prediceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.