predikte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: predikte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·dik·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prediken |
predikte
- enkelvoud verleden tijd van prediken
- Ik predikte.
- Jij predikte.
- Hij, zij, het predikte.
- Ik predikte.
Gangbaarheid
- Het woord predikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.