prefigeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prefigeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·fi·geer

Werkwoord

vervoeging van
prefigeren

prefigeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefigeren
    • Ik prefigeer. 
  2. gebiedende wijs van prefigeren
    • Prefigeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prefigeren
    • Prefigeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord prefigeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.