preponer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
preponer
preponía
prepuesto
volledig

Werkwoord

preponer

Woordafbreking
  • pre·po·ner
  • overgankelijk
  1. (~ a) zetten voor, plaatsen voor
  2. prefereren, de voorkeur geven
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.