presideer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: presideer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·si·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
presideren |
presideer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presideren
- Ik presideer.
- gebiedende wijs van presideren
- Presideer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presideren
- Presideer je?
Gangbaarheid
- Het woord presideer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.