prognosticeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prognosticeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prog·nos·ti·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prognosticeren |
prognosticeerde
- enkelvoud verleden tijd van prognosticeren
- Ik prognosticeerde.
- Jij prognosticeerde.
- Hij, zij, het prognosticeerde.
- Ik prognosticeerde.
Gangbaarheid
- Het woord prognosticeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.