projekter

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pro·jek·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel pro-
Naar frequentie 10537

Zelfstandig naamwoord

projekter

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van projekt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.