propageer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: propageer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro·pa·geer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
propageren |
propageer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van propageren
- Ik propageer.
- gebiedende wijs van propageren
- Propageer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van propageren
- Propageer je?
Gangbaarheid
- Het woord propageer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.