propageerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  propageerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·pa·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
propageren

propageerde

  1. enkelvoud verleden tijd van propageren
    • Ik propageerde. 
    • Jij propageerde. 
    • Hij, zij, het propageerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord propageerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.