proviandeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  proviandeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·vi·an·deer

Werkwoord

vervoeging van
provianderen

proviandeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provianderen
    • Ik proviandeer. 
  2. gebiedende wijs van provianderen
    • Proviandeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provianderen
    • Proviandeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord proviandeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.