pulseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pulseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pul·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pulseren |
pulseerde
- enkelvoud verleden tijd van pulseren
- Ik pulseerde.
- Jij pulseerde.
- Hij, zij, het pulseerde.
- Ik pulseerde.
Gangbaarheid
- Het woord pulseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.