puzzelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  puzzelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • puz·zel·de

Werkwoord

vervoeging van
puzzelen

puzzelde

  1. enkelvoud verleden tijd van puzzelen
    • Ik puzzelde. 
    • Jij puzzelde. 
    • Hij, zij, het puzzelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord puzzelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.