quedar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ke'ðar/
Woordafbreking
  • que·dar

Werkwoord

quedar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
quedar
quedaba
quedado
volledig
  1. onovergankelijk blijven, achterblijven, verblijven, vertoeven, verwijlen, resten, nog aanwezig zijn
  2. zich bevinden, liggen, zijn
  3. (kleding), passen
  4. afspreken
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.