quotiseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  quotiseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • quo·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
quotiseren

quotiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quotiseren
    • Jij quotiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quotiseren
    • Hij quotiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van quotiseren
    • Quotiseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord quotiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.