rangeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rangeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ranĀ·geer

Werkwoord

vervoeging van
rangeren

rangeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rangeren
    • Ik rangeer. 
  2. gebiedende wijs van rangeren
    • Rangeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rangeren
    • Rangeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord rangeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.