raspte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raspte af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rasp·te af

Werkwoord

vervoeging van
afraspen

raspte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afraspen
    • Ik raspte af. 
    • Jij raspte af. 
    • Hij, zij, het raspte af. 

Gangbaarheid

  • Het woord raspte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.