ravitailleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ravitailleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ra·vi·tail·leer

Werkwoord

vervoeging van
ravitailleren

ravitailleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ravitailleren
    • Ik ravitailleer. 
  2. gebiedende wijs van ravitailleren
    • Ravitailleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ravitailleren
    • Ravitailleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ravitailleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.