rectificeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rectificeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rec·ti·fi·ceer

Werkwoord

vervoeging van
rectificeren

rectificeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rectificeren
    • Ik rectificeer. 
  2. gebiedende wijs van rectificeren
    • Rectificeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rectificeren
    • Rectificeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord rectificeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.