recupereer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  recupereer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·cu·pe·reer

Werkwoord

vervoeging van
recupereren

recupereer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recupereren
    • Ik recupereer. 
  2. gebiedende wijs van recupereren
    • Recupereer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recupereren
    • Recupereer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord recupereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.