recurrir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /re.kuˈriɾ /
Woordafbreking
  • re·cu·rrir

Werkwoord

recurrir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recurrir
recurría
recurrido
volledig
  1. onovergankelijk in beroep gaan
  2. te hulp roepen, een beroep doen op

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.