recycle

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  recycle    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·cy·cle

Werkwoord

vervoeging van
recyclen

recycle

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recyclen
    • Ik recycle. 
  2. gebiedende wijs van recyclen
    • Recycle! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recyclen
    • Recycle je? 
  4. aanvoegende wijs van recyclen

Gangbaarheid

  • Het woord recycle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.