rehabiliteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rehabiliteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ha·bi·li·teer

Werkwoord

vervoeging van
rehabiliteren

rehabiliteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rehabiliteren
    • Ik rehabiliteer. 
  2. gebiedende wijs van rehabiliteren
    • Rehabiliteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rehabiliteren
    • Rehabiliteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord rehabiliteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.