remigreert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  remigreert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reĀ·miĀ·greert

Werkwoord

vervoeging van
remigreren

remigreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remigreren
    • Jij remigreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remigreren
    • Hij remigreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van remigreren
    • Remigreert! 

Gangbaarheid

  • Het woord remigreert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.