renacer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
renacer
renacĂ­a
renacido
volledig

Werkwoord

renacer

  • onovergankelijk
  1. herleven, opleven
  2. herrijzen, herboren worden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.