renommeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  renommeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·nom·meer

Werkwoord

vervoeging van
renommeren

renommeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van renommeren
    • Ik renommeer. 
  2. gebiedende wijs van renommeren
    • Renommeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van renommeren
    • Renommeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord renommeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.