residentiëler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  residentiëler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·si·den·ti·e·ler

Bijvoeglijk naamwoord

residentiëler

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van residentieel

Gangbaarheid

  • Het woord residentiëler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.