resurgir

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
resurgir
resurgĂ­a
resurgido
volledig

Werkwoord

resurgir

  1. herrijzen, opleven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.