retroceder

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • re·tro·ce·der

Werkwoord

retroceder

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
retroceder
retrocedía
etrocedido
volledig
  1. onovergankelijk uittreden, ontslag nemen, zich terugtrekken
  2. terugdeinzen, achteruitgaan, terugwijken, terugschrikken, acheruitdeinzen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.