revalueer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: revalueer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·va·lu·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
revalueren |
revalueer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revalueren
- Ik revalueer.
- gebiedende wijs van revalueren
- Revalueer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revalueren
- Revalueer je?
Gangbaarheid
- Het woord revalueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.