revalueert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  revalueert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·va·lu·eert

Werkwoord

vervoeging van
revalueren

revalueert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revalueren
    • Jij revalueert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revalueren
    • Hij revalueert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van revalueren
    • Revalueert! 

Gangbaarheid

  • Het woord revalueert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.