reverdecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reverdecer
reverdecĂ­a
reverdecido
volledig

Werkwoord

reverdecer

  • overgankelijk
  1. vernieuwen, doen opleven, nieuw leven inblazen
  • onovergankelijk
  1. weer groen worden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.