rijdt terug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijdt terug    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rijdt teĀ·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugrijden

rijdt (...) terug

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugrijden
    • Jij rijdt terug. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugrijden
    • Hij rijdt terug. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugrijden
    • Rijdt terug! 

Gangbaarheid

  • Het woord rijdt terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.