rijks

Niet te verwarren met: Rijks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijks    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɛiks/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • rijks
Woordherkomst en -opbouw
  • zn:  rijk zn  met de uitgang -s
  • bn:  rijk bn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

rijks

  1. genitief enkelvoud van rijk
    • De keizer riep alle vorsten des rijks bijeen. 

Bijvoeglijk naamwoord

rijks

  1. partitief van de stellende trap van rijk
    • Dat is iets rijks... 

Gangbaarheid

  • Het woord rijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.