rioleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rioleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ri·o·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rioleren |
rioleerde
- enkelvoud verleden tijd van rioleren
- Ik rioleerde.
- Jij rioleerde.
- Hij, zij, het rioleerde.
- Ik rioleerde.
Gangbaarheid
- Het woord rioleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.