rioleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rioleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ri·o·leert

Werkwoord

vervoeging van
rioleren

rioleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rioleren
    • Jij rioleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rioleren
    • Hij rioleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rioleren
    • Rioleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord rioleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.