risicootje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  risicootje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ri·si·co·tje

Zelfstandig naamwoord

hetrisicootjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord risico

Gangbaarheid

  • Het woord risicootje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.