risicopatiëntje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  risicopatiëntje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ri·si·co·pa·ti·ent·je

Zelfstandig naamwoord

hetrisicopatiëntjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord risicopatiënt

Gangbaarheid

  • Het woord risicopatiëntje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.