riskeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riskeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ris·keer

Werkwoord

vervoeging van
riskeren

riskeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van riskeren
    • Ik riskeer. 
  2. gebiedende wijs van riskeren
    • Riskeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van riskeren
    • Riskeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord riskeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.