rivaliseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rivaliseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ri·va·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
rivaliseren

rivaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van rivaliseren
    • Ik rivaliseerde. 
    • Jij rivaliseerde. 
    • Hij, zij, het rivaliseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord rivaliseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.