rokeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rokeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ro·keer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rokeren |
rokeerde
- enkelvoud verleden tijd van rokeren
- Ik rokeerde.
- Jij rokeerde.
- Hij, zij, het rokeerde.
- Ik rokeerde.
Gangbaarheid
- Het woord rokeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.