rokeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rokeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ro·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
rokeren

rokeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van rokeren
    • Ik rokeerde. 
    • Jij rokeerde. 
    • Hij, zij, het rokeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord rokeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.