rondga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rondga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rond·ga

Werkwoord

vervoeging van
rondgaan

rondga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondgaan
    • ... dat ik rondga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van rondgaan
    • ... dat men rondga. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rondga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.