rondzagen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rondzagen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rond·za·gen
Zelfstandig naamwoord
de rondzagen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rondzaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondzien |
rondzagen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van rondzien
- ...dat wij rondzagen.
- ...dat jullie rondzagen.
- ...dat zij rondzagen.
- ...dat wij rondzagen.
Gangbaarheid
- Het woord rondzagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.